Eierpruimen

De naam eierpruim blijkt erg verwarrend. De een heeft het over een gele, de ander over een rode en weer een derde bedoelt een groengele vrucht. Heel verschillende rassen heten zo. Sommige hebben inderdaad grote, geelwitte ei-vormige pruimen, maar er zijn er met een andere kleur, een andere vorm of een kleiner formaat. Er blijken al met al meerdere rassen te zijn die 'Eierpruim' werden genoemd.

Allereerst zijn er die met de officiële naam Eierpruim: de bekendste zijn Rode en Witte Eierpruim (in de literatuur ook Gele of Grote Gele Eierpruim genoemd). Verder wordt er een Bonte Eierpruim genoemd en wordt er onderscheid gemaakt tussen een Rode en een kleine rode en tussen een Witte en een kleine Witte. Er is ook een Blauwe Eierpruim.

Blauwe Eierpruim is een synoniem van Belle de Louvain, Imperiale Violette, Rode Eierpruim, Ruth Gerstter en de Grosse Zwetsche. Verder heeft Washington in de vroegere rassenlijsten als synoniem Eierpruim.

Edmond van de Cauwenberghe in zijn Monographie Standaardisatie en Cultuur van Pruimen uit 1941, het standaardwerk voor pruimen in België, beschrijft een Eierpruim, die geelgroen is met een lichte rode blos en vroeger rijpt dan onze Witte (of Gele) Eierpruim en blijkbaar een andere is. Terloops vermeldt hij dat er in Vlaanderen meerdere lokale eierpruimen zijn, waaronder een Dikke en een Blauwe Eierpruim.

Dan zijn er pruimen die in de volksmond - eigenlijk ten onrechte, want niet als zodanig in rassenlijsten vermeld - Eierpruim heten. Behalve de al genoemde Belle de Louvain, zijn dit Reine Claude d’Oullins en Victoria. En ik sluit niet uit dat de Eivormige Reine Claude, een heel oud ras, ook zo bestempeld zal zijn.

In het buitenland is het niet anders. De bij ons bekende Witte en Rode Eierpruim heet in Engeland ook White en Red Egg. Maar de naam Egg Plum wordt ook aan enkele andere pruimen gegeven, zoals de Yellow Egg waarmee de Pershore wordt bedoeld en de Purple Pershore, die Blue Egg wordt genoemd. Beide soorten zijn vroeger ook bij ons aangeplant, en - wie weet – toen ook Eierpruim genoemd. Dit geldt zeker voor de Pond’s Seedling, die in Engeland ook wel Red Egg heet.

In het Duitstalige gebied ligt het nog ingewikkelder. Daar wordt de groep pruimen in sommige handboeken onderverdeeld in vijf groepen: Kwetsen, Mirabellen, Reine Claudes, Japanse Pruimen en Pflaumen. Pflaumen worden dan soms Rundpflaumen of Eierpflaumen genoemd. Daarnaast kent men meer specifiek Gelbe, Rothe en Weisse Eierpflaume, die met de onze overeenkomen. Ook komen in de literatuur een Nienburger Eierpflaume en een Marmorierte Eierpflaume voor, die naar mijn weten niet bij ons zijn aangeplant. Reine Claude d’Oullins blijkt in duitsland overigens ook tegenwoordig als Eier-pflaume te worden verhandeld.

Tenslotte, er is in de USA een Japanse Pruim (behorend tot de Prunus Salicina groep) die Green Egg heet.

 

Samenvattend, wat betreft de in Nederland en Valladeren ooit aangeplante eiepruimen. :

·      Eierpruim = Vlaamse variëteit, synoniem van Washington en Reine Claude d’Oullins.

·      Bonte Eierpruim = rasnaam

·      Rode Eierpruim = rasnaam, Er is ook een kleinere variëteit: de Kleine Rode Eierpruim.. Synoniem van Pond’s Seedling en Reine Victoria.

·      Witte Eierpruim = rasnaam, synoniem van Gele Eierpruim. Te onderscheiden is Kleine Witte Eierpruim en de Witte of Gele Eierpruim.

·      Blauwe Eierpruim = Waarschijnlijk een rasnaam, synoniem van Belle de Louvain, Grosse Zwetsche, Imperiale Violette, Purple Pershore, en Ruth Gerstetter.

·      Gele Eierpruim = synoniem van Witte Eierpruim en synoniem van Pershore.

·      Groene Eierpruim = synoniem voor Reine Claude d’Oullins en Green Egg.

·      Dikke Eierpruim = lokale Vlaamse variëteit.

·      Violette Eierpruim = synoniem van Blauwe Eierpruim of Rode Eierpruim.

 

Blauwe Eierpruim syn. Blaue Eierpflaume, Blaue Kaiserpflaume, Dame Aubert Violette, Imperiale Violette, Oeil de Boeuf, Violette Jerusalemspflaume, Wahre Blaue Eierpflaume

Zeer oude soort, die veel op de Hauszwetsche lijkt.

Middelgrote tot grote langwerpig eivormige vrucht met duidelijke naad. Bij de steel wat platter dan van onderen. De helften van de vrucht zijn ongelijk. De dikke taaie schil laat zich niet gemakkelijk los trekken. Blauwpaars, aan de schaduwkant met donker paarsrood, met dik blauw waas. Groengeel tot bleekgeel fijn vruchtvlees, iets doorzichtig, matig sappig, aangenaam zoet en aromatisch. Wordt snel melig. Steen laat niet helemaal los.

Middelsterke groeiende en matig dragende boom. Die een warme standplaats vraagt, wordt in ons klimaat niet goed rijp.

Vanaf half augustus tot ver in september.

Dessert en keuken. Goede droogpruim.

Deze pruim kan verward worden met de Jerusalem die groter is, van boven geknobbeld en minder scheef. 

Een mutant is de Blauwe Keizerspruim met bont blad) of  Imperiale Violette a feuilles panachee,

 

Bonte Eierpuim

 

Onbekende oude soort. Zeer grote ei-vormige vrucht. Schil met rode en paarse vlekken op een gelige ondergrond. Zacht sappig en aromatisch vruchtvlees.

Sterk groeiende boom.

September

mogelijk dezelfde als de rode Eierpruim.

De Papagoni

 

Zeer oude in de 19e eeuw o.a. door Uilkens genoemde pruimt afkomstig uit de Koninklijke tuinen van  uit Napels.

Zeer grote vrucht lijkt op de Gele Eierpruim.  Lijkt veel op deze en kan nog groter worden. Fraai helder geel met een redelijk goede smaak.

Sterk groeiende boom

September.

Dessert

Eierpruim (Vlaanderen)

 

Oude Vlaamse variëteit indertijd genoemd door Van Cauwenberghe..

Grote ei-vormige vrucht. Bleekgeel met groene doorschijn en lichtrode blos. Bedauwd en met middelmatig diepe naad. Dikke, effen schil, die bij rijpheid gemakkelijk los laat. Gelig, middelmatig fijn, sappig mals vruchtvlees.

Sterke groeier met zware takken, die laat maar regelmatig draagt.

Tweede helft augustus.

Dessert en keuken.

Gele of Witte Eierpruim syn Albertspflaume, Amele Pruim (Blanche), Askew's golden Egg, Dame Aubert, Dame Aubert blanche, Dame Aubert à fruit jaune, Dame Aubert jaune, Egg Plum, Gelbe Eierpflaume, Gelbe Marunke, Grosse glänzende Albertspflaume, Grosse Luisante, Imperiale Blanche, Monsieur (in Engeland)n Prune Figue, White Magnum bonum, White Holland, White Mogul, Weisse Eierpflaume, Weisse Kaiserspflaume, Wentworth, Witte Bonum Magnum, Witte Mogol, Yellow Magnum Bonum

Zeer oude pruim, waarvan de afkomst onbekend is. Reeds in 1650 beschreven.

Grote tot zeer grote, regelmatig gevormde eironde vrucht met brede platte naad. Matig dikke, rechte, vlezige,  groene steel staat in kleine holte, soms met een kussentje. De dunne taaie schil laat zich gemakkelijk verwijderen. Wasgele kleur, in de zon hoog geel, aan de schaduwkant wat groenig, met soms wat bruine stippen en met dik wit dauw, waardoor de vrucht haast wit lijkt. Geel, vast en grof vruchtvlees, matig sappig, zeer zoet, met weinig aroma. Flauw als de vrucht niet geheel rijp is. De steen laat niet goed los. Enkele weken bewaarbaar. Gevoelig voor barsten bij langdurige regen. De vruchten staan in groepjes bij elkaar, daardoor o.a. veel last van monilia. Vruchten zo lang mogelijk aan de boom laten hangen.

De boom groeit snel en draagt goed. Vraagt zandige grond en een zeer warme standplaats.  

Eind augustus – september.  Dessert en Keukenpruim.

Wordt verward met de Witte Keizerpruim, ie echter alleen als keukenvrucht bruikbaar is.

Groene Eierpruim

 

Lijkt sprekend op de Gele Eierpruim, behalve dat ze geelgroen blijft, even groot en smakelijk is. Gelig, sappig, zoet en aromatisch vruchtvlees. De lange stevige en wollige steel staat in een diep holte.  De jonge loten van de boom zijn ook groen. De steen die aan de ene zijde spits en aan de andere stomp, laat goed los

Eidn september September.

Grote, hoge boom die rijk draagt.

Opm. Vermeld door o.a. Serrurier. De Grote Groene Kwets (Groen Italiaanse Kwets) werd ook Gruene Eierpflaume genoemd, maar de steel avn deze staat niet in een ruime holte en deze draagt eerder, begin september.

Heerenpruim (Knoop) syn. Groote Geele Eijerpruim

 

Knoop noemt een pruim, die groter is dan de Witte Eierpruim, verder daarop gelijkend. Dat is een andere dan de Prune Monsieur, die meestal in de literatuur als Heerenpruim bekend staat. Goede smaak. De steen zit los. Mogelijk een zaailing van de Gele Eierpruim

Goed groeiende boom.

Begin september

Kleine Rode Eierpruim syn. Imperiale a petit fruit violette

 

Zeer oude soort. Middelgrote grote ei-vormige vrucht. Schil met rode en paarse vlekken op een gelige ondergrond. Heeft veel weg van de Rode Eierpruim, maar blijft kleiner. Zacht sappig en aromatisch vruchtvlees.

Sterk groeiende boom.

September.

Nienburger Eierpflaume

Gevonden door Oberdieck in een pastorietuin te Nienburg, nabij Hannover.

Grote eivormige, wat toegespitste vrucht met een brede, diepe, naad. Donker roodbruin met dun dauw. Stevig, geel, zoet vruchtvlees. Kleine los zittende steen.

Goed groeiende boom, die snel en rijk draagt. 

Midden september. Dessert en droogpruim.

 

De Papagoni syn. Pappaconi

 

Zeer grote gele langwerpige pruim, lijkt veel op Gele Eierpruim, maar is nog wat groter en fraaier. Zeer sappig. De smaakkwaliteit wordt omschreven als middelmatig. Oorspronkelijk afkomstig uit de botanische tuin van Napels

September 

De middelgrote boom draagt rijk. Vraagt een warme standplaats.

Rode Eierpruim

syn. Amaliapflaume, Askew's purple Egg, Bonte Eierpruim, Catalonie, Dame Aubert rouge, Cyprische Eierpflaume, De Cypre, Diadème, Florence, Fluweelpruim, Hoheitspflaume, Imperiale, Impérial Diadème, Imperiale Rouge, Imperiale Violette, Impératrice, Mimmspflaume, Mogul rouge, Oeuf rouge, Paarse Eierpuim, Prinzessinpflaume, Prinzessinpflaume, Prune de Cypre, Prune d’Oeuf, Purple Egg, Red Egg, Red Imperial, Red Magnum Bonum, Rode Magnum Bonum, Rode Marunke, Rode Mogol, Rothe Eierpflaume, Rothe Marunke, Rothe Kaiserpflaume, St Catherine Rouge, Violette Eierpruim, Zyprische Pflaume

Zeer oude soort. Waarschijnlijk is dit ook de soort die Knoop Paarse, Rode of Violette Eierpruim noemt.

Grote, ovale vrucht, wat flesvormig, want bij de steel iets ingesnoerd. Een vlakke naad verdeelt de vrucht ongelijk;

Vrij kleine dunne steel, die op een klein tepelvormig bobbeltje staat. Vrij dikke schil die goed van het vruchtvlees te scheiden. De schil is wat zuur. Bleek rood bij rijping paars tot paarsrood aan de zonzijde wat donkerder gekleurd of gevlamd, met talrijke, kleine, grauwe stippen en een dun, witblauw waas. Geel vruchtvlees, onder de schil iets rozerood, matig vast, smeltend, saprijk verfrissend. Op zandgrond en in een warm klimaat zeer aangenaam rins zoet; vruchten die in de schaduw hangen zijn smakeloos en zelfs onaangenaam. De steen laat los.

De boom groeit sterk, vormt een hoog opgaande kroon, is zeer vruchtbaar en draagt alle jaren. De vruchten kunnen enkel weken bewaard worden.

Eind augustus tot begin van september. 

Dessert en keuken.

Warwickshire Drooper

Toevalszaailing uit Warwickshire, waarvan de afkomst verder onbekend is en die indertijd in Engeland breed verspreid is op wortelopslag van de Pershore. Werd ook vaak op eigen wortel gezet.

Middelgrote rond-ovale, eivormige, vrucht, aan beide zijden wat afgeplat, en met met vage naad. Bleekgeel tot geel met vage groene streepjes en veel bruinrode en oranje vlekjes en met dun lichtgrijs dauw. Goudgeel heerlijk aromatisch vruchtvlees. Alleen volledig rijp vruchten zijn sappig. De wat taaie schil, die bij niet geheel rijpe vruchten erg zuur is.

Grote, sterk groeiende boom met sterk neerhangende takken, vandaar de naam, vruchten vaak onzichtbaar achter de treurtakken. Zeer gezond. Draagt vroeg en rijk. Moet sterk gedund worden. Redelijk bewaarbaar. Bloei vroeg, dus nachtvorstgevoelig. Zelfbestuivend ras.

Half september.
Matige dessertpruim en zeer goed als keukenpruim, geeft goudgele jam.

 Witte Eierpruim,  syn. Kleine Witte Eierpruim, Dame Aubert Blanche, Imperiale Blanche, Prune figue

Witte Eierpruim van Knoop. Zeer oude soort, die soms als identiek aan de Witte Eierpruim wordt gezien.

Middelgrote tot grote witgele vrucht, langwerpig en asymmetrisch. Wat minder groot dan de Witte Eierpruim. Verder daarop gelijkend. Taaie schil die vast zit aan het vruchtvlees. Wat minder vast vruchtvlees, zurig en met een matige smaakkwaliteit, droog en scherp. De steen zit vast.

Sterke groeier, die een zeer grote boom vormt, maar slecht draagt. Mogelijk een zaailing van de gele eierpruim.

September

Keukenpruim. Niet geschikt als droogpruim.