Damas
Damastpruimen, Bullaces, Damascerpflaume vormen een zeer oude groep, die al in de prehistorie geteeld werd. Overigens, het Engelse 'Damson' mag niet vertaald worden met Damas, daar worden ze Bullace genoemd. Er zijn een groot aantal variëteiten ontstaan. De oorspronkelijke damas is een middelgrote ovale blauwe pruim bedekt met dik blauw dauw. De bomen zijn zeer gezond, stellen weinig eisen aan grond en standplaats en dragen erg rijk. Het vruchtvlees is smeltend sappig, maar meestal te bitter om uit de de pruim uit de hand te eten. De boom draagt zeer rijk, maar wordt vaak weinig onderhouden en raakt dichtgegroeid. De takken hebben wat dorens.
Damas d’Espagne |
|
Zeer oude soort. Middelgrote hoogronde vrucht met vage naad, regelmatig gevormd en onder en boven wat afgeplat. De brede ondiepe naad zit wat asymmetrisch. Tamelijk korte steel en een smalle holte. Dunne schil, helder oranje met groenige vlekken en veel donker blauwpaars. Wit bedauwd. Wat geelgroene tot goudgele stippen en aan de zonzijde met rode vlekken. Vettige vrucht. Groengeel fijn en vast vruchtvlees, sappig, zoet met weinig aroma. Steen laat niet helemaal los. Tamelijk grote boom met fraaie volle kroon, draagt het ene jaar zeer rijk en het andere matig. Draagt ook goed in ongunstige zomers. Vraagt een warme standplaats. Tweede helft augustus. Dessert en goede droogpruim. Tamelijk grote boom met zeer grote eironde bladeren |
Damas Musqué Jaune |
|
|
Wat groter en breder dan de Damas Musqué. Gelig van kleur. Lijkt op een Reine Claude |
Damas de Tours syn Gros Damas de Tours, Royale |
|
Middelgroot tot groot, afgeplat bij de steel. Paarsrood met dik blauw dauw. Stevig, bijna wit, fijn, rins, zoet aromatisch vruchtvlees. Matige kwaliteit. De steen zit vast. Grote boom met lange zware takken en grote bladeren, Eind eind juli, begin augustus. Beter als keukenpruim en droogpruim. Volgens sommige schrijvers is deze dezelfde als de Precoce de Tours, maar de rijptijden verschilt. |
Grote Blauwe Damas |
|
Middelgrote hoogronde vrucht. Donkerpaars, sterk blauw bedauwd. Het vruchtvlees, zoet en veel zuur, te zuur voor dessert. De steen laat niet helemaal los. De vruchten kunnen tot november aan de boom blijven hangen, dan worden ze ook zoeter. Begin september Zeer goede keuken- en inmaakpruim. |
Kattenbeekse Witte syn. Hagelandse Witte |
|
Werd vooral geteeld rondom het Vlaamse Kiesegem. Ze wordt vermenigvuldigd door wortelopslag. Volgens de keuringscommissie 1935 zou ze de gewone Damaspruim zijn. Vroege pruim met eigenaardige nasmaak. De Grote en Kleine Witte Damas evenals de Gele Damas zijn echter laat rijpen. |
Kleine Witte Damas |
|
Er is een Kleine Witte (Damas Blanc Petit) en een Grote Witte Damas. Deze verschillen alleen in grootte. Kleine ronde tot hoogronde vrucht, Wat breder bij de steel en wat gezwollen aan een zijde van de naad. Taaie schil. Licht groengeel met dik wit waas. De steel van de Kleine Witte Damas heeft geen steelholte, de Grote Witte Damas wel. Groengeel tot geel vruchtvlees, matig vast, sappig zoet en aromatisch vruchtvlees met wat vliesjes met een wat bitter aroma Steen laat niet helemaal los. Ook de bomen van de grote en de Kleine Witte Damas zien er het zelfde uit: steile en wilde groeiers Eind augustus tot ver in september. De Grote Witte is zoeter en smaakt beter dan de Kleine Witte Damas. Dessert, maar beter als keukenpruim. |
Rode Damas, syn Prune d'Orleans |
|
Identiek aan de Damas d’Italie alleen de boom heeft de boom een donkerdere bast. Middelgrote vrijwel ronde vrucht, aan de onderkant van afgeplat. De dunne naad loopt tot in de onderzijde door. De dunne korte steel staat in een holte. Fijne dunne schil, bleekgele tot groengele ondergrond bedekt met bleekrood aan de schaduwzijde tot donkerrood aan de zonzijde en met een dik blauwpaars waas, zodat de vrucht paars lijkt. Witgroen via groengeel tot goudgeel fijn vruchtvlees, sappig, zeer zoet en aromatisch. De steen laat los. Sterk groeiende gezonde compacte boom die goed draagt. De vruchten rijpen vanaf eind augustus gedurende enkele weken. Dessert |
Vroege Blauwe Damas syn Damas Noir Hative ou Precoce | |
Grote tot middelgrote , donkerblauw, vroegrijpe vrucht. Gelig vruchtvlees wat rood onder de schil en bij de steen. Hard, droog, melig en flauw van smaak. Het wortelopslag werd als onderstam voor pruimen en perziken gebruikt. Juli NB. de Vroege Zwarte Damas is een veel beter Engelse variëteit. |
Vroege Zwarte Damas syn. Early Black Damask, Morocco | |
![]() |
Grote tot middelgrote ronde vrucht met duidelijke naad. Donkerrood tot blauwzwarte, blauw bedauwd. De schil is zuur. Dikke korte steel. Gelig vruchtvlees wat rood onder de schil en bij de steen. Groengeel, zeer sappig en zoet van smaak. De ovale steen zit wat vast. Eind juli, begin augustus. Het is een andere soort dan de Damas Noir Hatif van Duhamel, zie Vroege Blauwe Damas. . |