Historische kwetsen
Als globale maat van onderscheid tussen historisch en modern neem ik de tweede wereldoorlog.
Auerbacher |
|
Als zaailing door J.F. Koch rond 1875 in Auerbach bij Bensheim (aan de Bergstraße) gevonden. Tamelijk kleine tot middelgrote eivormige vrucht. Donkerblauw, sterk blauw berijpt met roodpaarse schaduwkant. Duidelijke naad. Geel, vast kruidige, zacht rinse, harmonische, smaak. Steen laat niet goed los. Zelf bestuivend. Middelsterk groeiende, brede, gezonde boom, die vroeg en rijk draagt. De vruchten blijven te klein als de boom rijk draagt, dunnen is nodig. Eind augustus, begin september. Dessert en keukenpruim. |
Betuwse Kwets syn. Kattetongen, Krombekken, Steen op Steen, Stinkers, Zoete Kwets |
|
Vrijwel identiek aan de Hongaarse Kwets. Vrij kleine, opvallend lange smalle vrucht met punt. Paarsblauwe bedauwde schil. De pit laat los. Bij de pit zit een los steentje. Groenig, bijzonder vast, geel vruchtvlees. Zeer zoet met smakelijk wijnachtig aroma. Zoeter dan de Hongaarse Kwets. Langzaam groeiende grote boom, zeer productief, draagt in trossen. Tweede helft september. Dessert en compotes. |
Bremer Zwetsche |
|
|
Variëteit van de Hongaarse Kwets. Vermeldt in een catalogus van Ottolander in 1860. |
Bollwiller Kwets |
|
|
Vroege kwets genoemd in een catalogus van Ottolander in 1860. |
Dorothee |
|
Oude Vlaamse kwets uit de omgeving van Dilbeek en Itterbeek. |
Dubbele Vroege Kwets | |
Ebersweiler Vroege Kwets |
|
Zaailing van Bühlers Frühzwetsche. Gele hoogronde kwets. Sterke groeier die goed draagt. eind juli. |
Ersinger Frühzwetsche syn. Goldquelle, Hollandse Czar, |
|
Toevalszaailing gevonden in Ersing nabij Pforzheim en in 1896 geïntroduceerd. Middelgrote tot grote, lang-ovale tot eivormige vrucht. Duidelijke naad. De steen laat los. Roodpaars tot donkerpaars met helderblauw dauw, Met stevige korte steel. In de schaduw of in een natte zomer vlekkerig. Groengeel vruchtvlees, wat vast en slap, zeer sappig, zoet en met een kruidige edele smaak. Aanvankelijk een sterke groeier, later matig groeiend, die een brede piramidale boom vormt met steile en later hangende takken, de vruchttakjes hangen naar onder. Draagt snel, rijk en regelmatig draagt. Vraagt een warme beschutte standplaats en een goede bodem. Vanaf eind juli een aantal weken rijp. Doorplukken is vereist door de opeenvolgende rijping. De vruchten zijn vaak wat klein en kort bewaarbaar. Gevoelig voor monilia en barsten. Dessert en keuken. Kookt zuur. Niet geschikt voor de inmaak. |
Geissbart |
|
|
Oude Duitse vroege Kwets. Groot, langwerpig en hoogrood met wat paars. Vast, zurig maar aromatisch vruchtvlees. De steen laat niet helemaal los. enkele weken voor de meeste kwetsen, half van augustus. |
Grote Kwets |
|
Er zijn meerdere grote donkerblauwe kwetsen, die op de Hauszwetsche lijken . Deze zeer grote variëteit, die door Serrurier kort wordt beschreven, is kwalitatief minder dan de Hauszwetsche. De vrucht is asymmetrisch eivormig en van boven platter dan van ondere. Ze is roodbruin tot blauwzwart met veel bruine stipjes en hier en daar een roestvlekje. De heldergroene steel staat in een ondiepe holte.. De steen is driekantig. Ze is vanaf half september rijp en ze kan lang bewaard worden. Vormt een zeer grote boom met donkergroene grote bladeren. |
Hollandse Gestreepte Kwets syn. Bunte Zwetsche |
|
Grote, langwerpige vrucht met een flauwe naad en een lange steel. De dunne schil is geel met rode stippen en heeft een rode blos. Bij rijping wordt ze meer gestreept. Gelig, niet erg sappig, mals, aangenaam zoet vruchtvlees. Begin september. Grote piramidale boom met donkergroen blad, van achteren wollig. Volgens sommige literatuur dezelfde als de Bonte Keizerpruim, deze is echter eerder rijp. |
Isle Verte syn. Groene Kwets, Ile Verte, Olijfpruim |
|
Zeer oude kwetsensoort. Tamelijk kleine tot middelgrote zeer langwerpige dunne vrucht. Onregelmatig gevormd en soms haast krom. Zonder duidelijk naad, maar op de plek van de naad is de vrucht wat platter. Harde zure schil, olijfgroen met vage rode blos en licht dauw. Groengeel grof, week vruchtvlees, sappig, rins zoet maar een onaangenaam aroma. De lange grote steen zit vast. Sterk groeiende en overvloedig dragende boom. September Keukenpruim, zeer geschikt om in te maken. Meer een pomologische curiositeit. |
Italiaanse Kwets syn. Altesse double, Altesse Double de Liège, Auguste Zwetsche ,Blauwe Kwets, Bleue d’Italie, Dubbele Bakpruim, Fellenberger Zwetsche, Grosse Englische, Italian Prune, Italian Quetsche, Italiänische Zwetsche, Limburgse Kwets, Prune d’ltalie, Quetsche d’Italie, Schweizer Zwetsche, Semiana, Zoete Kwets, Zwetsche, |
|
Zeer oude soort, waarvan de herkomst onbekend is, waarschijnlijk Zuid-Europa Middelgrote langwerpig ovale vrucht. Donkerpaarsblauw met vele bruine stippen en geheel met een dun, lichtblauw waas bedekt. Diepe naad, die de vrucht ongelijk verdeelt. De tamelijk dikke, lange en rechte steel staat in kleine vlakke holte. De effen, dunne, tamelijk harde schil is gemakkelijk van het vlees te scheiden, Groengeel tot lichtbruin vast vruchtvlees, fijn, matig sappig, licht aromatisch, met aangenaam zoet rinse smaak. De steen zit zeer los. De vruchten blijven aan de steel vast zitten. Middelsterke gezonde groeier, die regelmatig, maar soms matig draagt. Zeer late bloei, daarom weinig nachtvorstgevoelig. Voldoet ook in lichte gronden. Gedeeltelijk zelfbevruchtend. De vrucht smaakt zeer aangenaam als ze zo lang mogelijk lang aan den boom blijft hangen. Sterk groeiende rijk en dragende boom. Vraagt een warme standplaats. Vanaf half september tot begin oktober. Dessert. Zeer goede keukenpruim, zeer geschikt voor jam of om te drogen. |
Kattetongen syn. Dubbele Kwets, Dubbele Bakpruim, Gewone Altesse Double, Stinkers, Steen op Steen, |
|
Ondersoort van de Hongaarse Kwets. Lange gegroefde en afgeplatte vrucht. Paars tot paarsblauw, sterk bedauwd. De pit is half los. Er zit een stukje pit los van de steen. Groengeel vruchtvlees Lichtzuur tot flauwzoet. Soms bittere nasmaak. De vrucht rujkt onaangenaam. Forse opgaande groeier met zware vertakkingen. Zeer productief. De soort is vrijwel geheel verdrongen door de Italiaanse Kwets. Tweede helft augustus, eerste helft september |
Kleine Groene Kwets |
|
|
Tamelijk kleine vrucht, langwerpig rond. Wat gepunt bij de steel en afgeplat aan de onderkant. Dunne vage naad. Lange dunne steel. Olijfgroen tot geelgroen op wasgele ondergrond met wit dauw. Veel witte stippen. Roze stipjes in de buurt van de steel. Dunne, taaie en zure schil. Vruchtvlees van dezelfde kleur als de schil. Fijn, stevig, zoet, sappig en aromatisch vruchtvlees. De steen laat niet los. Sterk groeiende grote boom. De dracht treedt tamelijk laat in en kent beurtjaren. Eind september – begin oktober worden de vruchten gedurende enkele weken rijp. Zeer goede keuken en droogpruim. Meer een pomologische curiositeit. |
Nikitaer Blaue Fruehzwetsche syn Jesum-Erik | |
Oude pruim, afkomstig uit de Krim. Volgens Mahieu zijn deze kwets en de Jesym Erik dezelfde. Kleine ovale vrucht, verkeurt van wit via rood tot donkerblauw. Dikke schil. Lichtblauw bedauwd. Veel grijsgele stippen. Diepe naad. Kale roestbruine steel. Fijn zeer zoet vruchtvlees. Half augustus Lijkt veel op de blauwe Spilling, maar de boom verschilt. |
Ortenauer syn. Borsumer |
|
Zeer oude soort, waarvan de herkomst onbekend is en die al in de 17e eeuw in Noord-Duitsland werd aangeplant. Grote lang-ovale vrucht die bij de korte steel wat slanker wordt. Donkerblauw tot donker blauwpaars met dik helderblauw rijp. Duidelijke naad. De steen laat los. Groengeel tot geel vruchtvlees, vast, goed smakend, maar vaak wat flauw. Brede, ronde, matig sterk groeiende boom met horizontale en hangende takken, die vroeg, regelmatig en goed draagt. Vraagt goede grond en een warme standplaats. Op slechte grond zo ziektegevoelig dat de boom kan afsterven. Eind augustus, begin september. De vruchten rijpen tegelijkertijd. Dessert en keuken. |
Peerpruim syn. Prune Poire Grosse Violette |
|
Grote langwerpige paarse pruim, van boven spits en naar onderen breed toelopend, met diepe naad en stevige schil. Sappig, de steen laat los. Tamelijk kleine boom met grote bladeren die slecht draagt.
|
Prune d’Ente Jaune ou Blanche |
|
Zuid West Frankrijk. Gele vorm van de Prune d’Agen. Grote langwerpige gele vrucht. Het gele vruchtvlees is fijn, sappig en zeer zoet. Gevoelig voor monilia Gevoelig voor monilia. Tweede helft augustus. Keukenpruim, zeer geschikt om te drogen. Er zijn meerdere variëteiten ontwikkeld. |
Reizensteiner Gele Kwets syn Gele Late Kwets |
|
Door Reizensteiner vanuit Italië ingevoerd; Tamelijk grote, veranderlijk gevormde kwets, naar de steel spits afgerond toe lopend. De naad, die de vrucht in twee ongelijke helften deelt, is bijna vlak. Lijkt veel op de gele Late Kwets, maar is iets groter en heeft een vlakkere naad. Middellange, sterk behaarde, meestal rechte steel, soms iets gebogen, met wat roest bedekt, in een nauwe, bijna vlakke holte. Wasgeel, soms met kleine, bruine stippen en enige dunne roestvlekken, met een dun, wit waas bedekt. Geel, vrij vast, vruchtvlees sappig, zeer goed. De steen laat niet geheel los. Matig groeiende boom, die goed draagt Eind september Keuken. |
Shropshire Damson |
|
Kwetsachtige vrucht. Middelgrote langwerpige vrucht met een hals bij de steel. Diep donkerblauw, met dikke waas. Groengeel vast zoet-rins en wat bitter vruchtvlees. De steen zit vast Uitgesproken smaak. De vrucht kan lang aan de boom blijven hangen.. Zelfbestuivend. Kan mechanisch geoogst worden. Tamelijk kleine steile boom met dichte kroon, die regelmatig draagt, maar minder overvloedig dan de meeste kwetsen. Half September. Wat te zuur als dessertpruim, al houden sommigen wel van rijpe vruchten, maar uitstekende keukenpruim, zowel voor jam, inmaak als drogen. |
Zimmers Frühzwetsche |
|
Als toevalszaailing
in de tuin van wijnbouwer Leonhard Zimmer in Lauf nabij Bühl rond 1900
gevonden. Kleine zwak groeiende boom, die een dichte kroon vormt en rijk draagt. Verlangt een voedselrijke vochtige bodem en een warme standplaats. Eerste helft augustus. Dessert. |
Opm. Zowel de Hauszwetsche, de Giant Prune, de Betuwse en de Italiaanse Kwets en de Pruimedant worden in de volksmond Zoete Kwets genoemd.