De meeste in Nederland geteelde rassen behoren tot Prunus domestica. Japanse pruimen behoren tot een andere groep. Deze worden tot de soort Prunus salicina (vroeger syn. Prunus triflora) gerekend. Vroeger werden ze ook wel Perzikpruimen genoemd.
De vruchten van de Japanse pruimen vallen op door de meestal grote ronde tot hartvormige vruchten met een geel tot rood gekleurde zachte vettige schil. Stevig zoet vruchtvlees. De bomen zijn kleiner en hebben langwerpig bladeren. Over het algemeen zijn ze wat flauwer dan de Europese.
Japanse pruimen kunnen in Nederland buiten worden geteeld, maar ze bloeien vroeger dan de Europese cultuurpruim en lopen daarom meer risico op schade door nachtvorst. In het verleden werden in Nederland wel Japanse pruimen onder glas geteeld. Deze teelt is inmiddels vrijwel verdwenen. Japanse pruimen verschijnen nog wel regelmatig in de Nederlandse winkels, omdat deze in het buitenland (bijvoorbeeld Californië) veel worden geteeld en vervolgens worden geëxporteerd.
Er zijn een ongeveer 200 rassen in de Westerse wereld in omloop - of in omloop geweest. Hieronder volgt een korte beschrijving van rassen die ooit in Nederland zijn aangeplant. Van enkele, die in de Nedrlandstalige literatuur worden genoemd, heb ik te weinig gegevens gevonden, met name Ape (middelgrote vroege pruim, geel met roze), Gold, Great Yellow (middelgrote, rond-ovale gele vrucht), Honeymoon, Indian Blood (grote lange grijsrode vrucht, laat). De andere volgen hieronder.