Pruimen

 

Er zijn talloze pruimenrassen en -variëteiten op de wereld. Op deze wesite  zijn die pruimenrassen beschreven, die in de mij bekende Nederlandstalige pomologische literatuur, zoals te vinden in catalogi, rassenlijsten, handboeken en schoolboeken voor het tuinbouwonderwijs, genoemd worden. Voor de verdere beschrijvingen heb ik Duitse, Franse en Engelstalige pomologische boeken geraadpleegd. Zie de literatuurlijst hieronder. De afbeeldingen zijn geselecteerd om een in het veld gevonden pruim te kennen herkennen en te determineren.

 

Dit in de veronderstelling dat ze in ons taalgebied ooit geteeld zijn en, wie weet, er nog bomen in Nederland van komen.

Twee groepen pruimen zijn voor ons van belang:

  1. Europese pruimen (Prunus domestica)

  2. Japanse pruimen - (Prunus salicina).

 

De afkomst van onze Europese pruim is nog altijd een omstreden kwestie. Ze zou afkomstig zijn van de wilde pruim - de oosterse Prunus cerasifera var. divaricata - zou gekruisd zijn met de sleedoorn of (Prunus spinosa) of onze kroosjespruim (Prunus domestica insititia) hebben opgeleverd. Bij de Europese pruimen onderscheiden we de volgende ondersoorten:

  1. Spillingen und Mirabellen

  2. Ronde pruimen ("Ontariopruim ") en Reine Claudes

  3. Eierpruimen en ovale pruimen ("Ruth Gerstetter"), dadelkwetsen en halfkwetsen ("Wangeheims Frühzwetsche")

  4. Zwetschen ("Hauszwetsche).

 

De Europese pruim gedijt ook in de warmere delen van de gematigde zone. Ze verdraagt geen extreem hete temperaturen en is gevoelig voor lange hete zonnige periodes, omdat er makkelijk zonnebrand ontstaat en de vruchten hun smaak verliezen.

Het onderscheid tussen de groepen 3 en 4 is nogal arbitrair omdat er heel veel tussenvormen voorkomen.

In het algemeen zijn pruimen ronder dan kwetsen, hebben een zachter vruchtvlees en rijpen eerder. Ook hebben ze minder voedingsstoffen. Kwetsen zijn langwerpig, hebben vast vruchtvlees, rijpen later, kunnen langer bewaard worden en zijn rijker aan smaak en voedingsstoffen.

De bepaling van de pluktijd is niet gemakkelijk. Afhankelijk van de weersomstandigheden, mate van dunnen, ouderdom en toestand van de boom, kan het per jaar wel drie weken verschillen. Minder gezonde bomen rijpen bovendien later.

 

Japanse pruimen hebben voor de bestuiving en rijping hogere temperaturen nodig dan de Europese. Ze worden in warmere klimaten geteeld. Bij ons zijn ze ooit als kaspruimen geteeld. Hier en daar zijn ze nog aanwezig.

 

Het huidige assortiment.

Op dit moment zijn waarschijnlijk alleen de volgende pruimenrassen nog in de handelsteelt en bij boomkwekers beschikbaar.

‘Anna Späth’  
‘Avalon’  
‘Belle de Louvain’  
‘Betuwse Kwets’  
‘Bleue de Belgique’  
‘Brompton’  
‘Czar’  
‘Early Prolific’  
‘Excalibur’  
‘Hauszwetsche’  
‘Hongaarse Kwets’  
‘Jubileum’  
‘Mirabelle de Nancy’  
‘Monsieur Hâtif’  
‘Ontario’  
‘Opal’  
‘Reine-Claude Verte’  
‘Reine-Claude d’Althan’  
‘Reine-Claude d’Oullins’  
‘Sanctus Hubertus’  
‘Valor’  
‘Victoria’  
‘Voyageur’  
 

Historische rassen op deze CD-rom

Naast bovengenoemde ruim twintig rassen zijn er in ons taalgebied van veel meer pruimenrassen te vinden. Kwekers hebben ze niet meer in hun assortiment, maar bij particulieren en in pomologische collecties zijn bomen van zeldzame rassen te vinden. Een aantal rassen is mogelijk al geheel verdwenen. Sommige andere zijn door liefhebbers (onder andere in de Noordelijke Pomologische Vereniging) opgespoord en in collecties ondergebracht. Gevreesd moet worden dan een deel voorgoed verdwenen is. Het loont de moeite om uit de nog aanwezige zeldzame rassen een keuze te makken en deze de op te enten en uit te planten. Ze kunnen daarmee voor het verdwijnen worden behoed.

Op deze CD-rom zijn de gegevens van alle rassen die in ons taalgebied genoemd worden, verzameld. Op de Cd-rom wordt niet een botanische ordening aangehouden, maar een ordening naar smaak, rijptijd en uiterlijke kenmerken. Ze worden de typische keukenpruimen bij een geplaatst en worden bij de dessertpruimen de vroege en late apart genomen. De grote groep dessertpruimen is verder onderverdeeld in vorm en kleur.

Afgezien is van bestuivingsinformatie en van bestuivingstabellen. Allereerst omdat van de meeste van de hier beschreven rassen daarvan onvoldoende bekend is. De vraag is bovendien of informatie over bestuivers relevant is voor de particuliere pruimenliefhebber. De vele wilde pruimenboompjes in de natuur (sleedoorn bv.) en de sierpruimen in onze tuinen bestuiven de door hem/haar nieuw aangeplante bomen van oude rassen voldoende.

Ik hoop dat de door mij verzamelde informatie kan helpen verdwenen geachte rassen terug te vinden.

Voor de op deze CD verzamelde informatie is een groot aantal bronnen -  boeken, catalogi, rassenlijsten, tijdschriften en internetsites - geraadpleegd. Teveel om op te nemen. Enkele belangrijke bronnen wil ik vermelden. 

 

Literatuur

Aiken, George D.: 1892-1984. Pioneering with fruits and berries, USA, Publication date: c1936.

Berghuis, e.a.:De Nederlandsche Boomgaard, deel 2. Boskoop 1868.

Beschrijving der Vruchtsoorten uitgegeven door de Vereeniging ter regeling en verbetering der vruchtsoorten te Boskoop. Groningen 1864.

Bradley, Almanach der Hoveniers.:Amsterdam Zevende druk. 1810.

Catalogue descriptif des variétés adoptées par le congrès pomologique de France. Prunes. 1927

Cauwenberge, Edmond van.:Monographie Standaardisatie en Cultuur van Pruimen. Brussel 1941.

Chomel, Noel. :Algemeen Huishoudelijk- Natuur- Zedekunig- Konst- Woordenboek. 1778 deel 6.  pag. 2851 e.v.

Dermine, E. e.a. :Identification en Description de Varietes du Prunier Europeen. Paris 1957.

Duhamel du Monceau, Henri Louis. : Traite des arbres fruitiers. Paris: 1807- 1835.

Enklaar, Cornelis Evert: De vriend van den landman. Deel 14. pag. 354. 1842.

Gallesio, G. :Pomona Italiana ossia trattato degli Alberi Fruttiferi. Pisa, Niccolò Capurro, 1817-1839.

Guide practique de l'amateur de fruits. :Description et culture des varietes de fruits classes par series de merite composant les collection pomoloqiques de'etablissement horticole Simon-Louis Frese a Plantiers-les-Metz. Deuzieme edition. 1895.

Hartmann, W. :Farbatlas Alte Obstsorten. Stuttgart. 2000.

Hedrick, U. P.: Cyclopedia of Hardy Fruits, New York. 1922. blz 190 e.v.

Hedrick, U. P.: The plums of New York  Albany :1911.

Hogg Robert. :The Fruit manual.  fifth edition London 1884.

Illustrirtes Handbach der Obstkunde. Deel 3, 6 en 7. Steinobst. Vanaf 1861 1871 en 1875..

Knoop, Johann Hermann. :Fructologia, Leeuwarden 1763.

Kraft, Johann. :Pomona Austracia. Abhandlung von den Obstbaumen. Deel 2 1796.

Lagenthal L.E. : Deutsches Obstkabinett. Deel 5. 1856.  

Maurer, Erich. :Die Unterlagen der Obstgeholze. Parey Verlag Berlin. 1939.

Mas, Alphonse,  Pomologie Generale ou histoire, culture, et description avec planches coloriées des variétés des fruit le plus généralement connues. Tome II. Prunes. 1872 - 1883.

Miller, Philip e.a.: Groot en algemeen kruidkundig, hoveniers en bloemisten woordenboek. Deel 2,  1746.

Miller, Philip.: Maandelijksche Tuinoefeningen. 1851

Morren, Charles et Edouard :La Belqique Horticole. 1855 - 1870.

Nederlandse Fruitsoorten. Nederlandse Heidemij. 1942.

Poiteau, Antoine:  Pomologie Française. Recueil des plus beaux fruits cultivés en France. Paris, 1846.

Rassenlijsten voor groot-fruitgewassen. CPRO-DL Wageningen. Diverse edities.

Stoll, Rudolf: Oesterreichische Hungarische Pomologie. 2e auflage. 1888

Taylor H.V.:The Plums of England. London 1949.

Saint-Hilaire, J.H.:La Flore et la Pomone Françaises, ou histoire et figure en couleur, des fleurs et des fruits de France ou naturalisés sur le sol français. Paris. 1828.

Serrurier, J.F.:Fruitkundig Woordenboek. Tweede deel. Amsterdam 1836. Pruimen blz. 423 e.v. .

Uilkens T.F.:Handboek voor de Nederlandsche Ooftboomteelt. Groningen 1850.

Verzeichnisse der Obstbaueme, Zierstraucher u.s.w. Ottolander en Hooftman. Boskoop. 1860. 

Waugh, Frank A.:Plums and plum culture: a monograph of the plums cultivated and indigenous in North America, with a complete account of their propagation, cultivation and utilization. 1869-1943.Orange Judd Company, New York :1901.