Reine Claudes
De Reine Claude Verte geldt volgens veel liefhebbers
als de allerlekkerste pruim, ze wordt niet voor niets “Reine”, koningin, van de
pruimen genoemd. Het zijn ronde, geelgroene tot paarse zoete vruchten, zeer
smakelijk met een karakteristiek aroma. De steen zit vast aan de vrucht. Ze zijn
vaak veeleisend in de teelt en vragen veel warmte. Het beste gedijen ze in een
wijnbouwklimaat .
De naam ontleent ze aan Reine Claude de France,
dochter van de franse koning Lodewijk de XII en echtgenote van Frans de 1e. Zij
zou deze vrucht bijzonder gewaardeerd te hebben.
De teelt van deze pruim voor de handel was echter
altijd riskant. Niet zozeer vanwege de populariteit van de pruim bij het publiek.
Ze werd graag gekocht, hoewel de vrucht er eigenlijk wat onooglijk uitziet:
tamelijk klein en groen met bruinige stippen, Voor de telers was de teelt
nauwelijks rendabel omdat de boom laat op gang kwam en dan nog viel de opbrengst
vaak nog tegen. Geen wonder dat je ook nu bijna nergens Reine Claude Vertes kan
kopen.
In de loop der eeuwen is er naar Reine Claude
variëteiten gezocht die fraaier en productiever waren, maar wel een
vergelijkbare smaakkwaliteit hadden. Succesvol zijn vooral de Reine Claude
d’Oullins en de Reine Claude d’Althann gebleken. Twee aanraders voor iedere
pruimenliefhebber. Ze zijn groter, de d’Althann zelfs een stuk groter, en ze
benaderen in smaak de Reine Claude Verte.
Ook in ons land is naar Reine Claude variëteiten
gezocht, vooral in Limburg. Een aantal is jn in de eerste helft van de vorige
eeuw geïntroduceerd als betere variëteiten. Later bleek het echter om Reine
Claude Vertes op eigen wortel te gaan. In Zuid-Limburg zijn ook een paar
variëteiten gevonden die productiever bleken: de RC van Zweyckhuizen en de
Neerbeker R.C.
Deze laatste is afkomstig uit Rijnland. Een kweker
ontdekt het volgende. Na een overstroming van de Rijn werden enkel Reine Claudes
Vertes met zoveel grond overspoeld dat ze tot aan de kruin in het zand stonden.
Toen het zand later verwijderd werd, bleek dat de takken zoveel wortels hadden
geschoten dat ze als afzonderlijke bomen konden worden opgekweekt. Deze bomen
bleken een grotere groeikracht te hebben en ze leverden veel meer vruchten op
dan de gewoonlijk geënte Reine Claude Verte. Productieve nakomelingen van deze
bomen werden uit wortelopslag gewonnen..
Deze ervaring is ook later aanbevolen om de Reine
Claude Verte productiever te maken: diep planten of aanaarden tot boven de
entplaats, zodat de ent eigen wortels kan gaan vormen.
Begin zestiger jaren werd er in de beroepsteelt
verwacht dat er gebrek zou ontstaan aan middentijds rijpende pruimen. Er waren
wat bezwaren tegen de Reine Claude d’Oullins, met name de sterke groei en het
laat in productie komen. Ook zou de bleekgele kleur te weinig aantrekkelijk
gevonden worden door het publiek. Een rode kleur zou ook minder “besmettelijk”
zijn. Er is toen gezocht naar rode mutaties van de Reine Claude d’Oullins.
Twee rode mutaties zijn uitgeprobeerd n.l. de Reine
Claude van Schouwen en de Rode Reine Claude van de proeftuin te Gorinchem. Beide
verschillen alleen in kleur van de R.C. d’Oullins. De Reine Claude van Schouwen
is meer paarsrood, de Rode Reine Claude van genoemde proeftuin is meer steenrood.
Geen van tweeën heeft het echter “gehaald”.
Hieronder een overizicht van in Nedelande en Belgie
verspreide Reine Claudes. Van een aantal Reine Claudes, die in de lage landen
verspreid zijn, zijn te weinig gegevens gevonden. Het gaat met name om de Bronze, Moise
(mogelijk een verschrijving van Moissac, zie verder op), Mespoulet
(een grotere variëteit).
Reine Claude Verte types
Reine Claude Verte
syn. o.a. Abricot Vert, Reine Claude abricot Vert, Damas Vert,
Dauphine, Green Gage, Grosse Grüne Reine Claude, Gute Grüne, Reine
Claude Ancienne, Reine Claude Verte-tiquetées, Ringelot, Trompe Valet,
Trompe Garçon,Verte Bonne, Zuckerpflaume |
 |
Zeer oude en beroemde pruimenvariëteit.
Geldt van oudsher voor velen als de lekkerste dessertpruim.
Tamelijk kleine vruchten, groen met gele doorschijn en met roze-paarse stipjes langs de zonzijde. Lichte cirkelvormige barstjes
rond de steelholte, soms wat ruwe schil. Zeer weinig dauw, ondiepe naad.
Het vruchtvlees groenachtig, sappig, zoet en met speciaal aangenaam
aroma, steen is los. Weinig vatbaar voor ziekten.
Middelmatige tot sterke en gezonde groeier.
Matige en regelmatige productie. Vruchtbaarheid laat, wisselvallig en
dikwijls niet bevredigend.
Midden tot eind augustus.
Dessert en voor fijne jams
Er zijn o.a. bij ons grotere en meer
productieve types bekend, die
waarschijnlijk via wortelopslag verspreide R.C. Vertes zijn:
-
R. C. van Beers, (zeer productief, maar
de smaak is wat minder), zie afbeelding links
-
R. C. Rulkens (Maasbracht),
-
R. C. van Theunissen (Eysden),
-
R. C. van Pijpers (Beek),
-
R. C. van Vallen (Swalmen),
-
R. C. d’Hoefer.
Zeer productief zijn twee mutanten:
-
R.C. van Zweyckhuizen,
-
Neerbeker R.C.
In Frankrijk wordt de markt beheerst door de
geelgroene Reine Claude. een bezwaar is dat er weinig oogstspreiding is.
Er zijn wel enkele vroege selecties bekend zoals P808, maar de vruchten
blijven te klein. Enkele moderne variëteiten zijn:
|
 |
|
Neerbeker Reine Claude |
|
Gevonden in de eerste helft van de 20e
eeuw door kweker F.G.Hoefer te Beek in Zuid-Limburg.
De vruchten zijn wat kleiner dan de R.C
Verte , groengeel met bij rijping een rood wangetje.
De pruim is vroeg rijp (vlak na Early Laxton).
De boom is niet groot. Opvallend is het zeer donkere blad met rode
bladstelen. Wortelecht en de boom heeft weinig wortelopslag. |
Reine Claude a Fleur semi-double syn. Reine Claude a Fleurs
Double, Reine Claude met half dubbele bloesems |
 |
Zeer oude Reine
Claude, reeds door Duhamel in 1768 en iets later Knoop genoemd. Iets
kleiner dan de Reine Claude Verte. Rijk bloeiend met deels dubbele
bloemen, die op mindere gronden echter snel verwelken. In de literatuur
worden grote en kleine en gele en paarse variëteiten genoemd, mogelijk
komt deze bloeiwijze bij meerdere Reine Claudes voor.
De steel staat in een grote diepe holte
De door Knoop
genoemde de had vrij grote ovale groengele vruchten met een ondiepe
dunne naad, soms niet meer dan een lijn. Groengeel fijn en zacht
vruchtvlees, sappig, zoet en aromatisch. Nogal
smakeloos tot dat de vruchten geheel rijp zijn.
De steen zit vast.
Gezonde sterke boom die slecht draagt.
Brede onregelmatig
gevormde boom.
Tweede helft
augustus.
Dessert en Fraaie sierboom tijdens de bloei.
|
Reine Claude Betterave |
|
Door Uilkens genoemd. Zeer grote ronde vrucht. Bleekgeel. Zeer
sappig en smakelijk, hoewel kwalitatief minder dan de RC. Verte.
Grote, goed groeiende en gezonde boom.
Eind augustus, begin september. |
Reine Claude Boddaert |
 |
In 1845 door de heer de Beil, burgemeester
van Deinze, België,
gewonnen uit een Reine Claude zaailing, de boom droeg voor het eerst
vrucht in 1854.
Veel groter en fraaier gekleurd dan de Reine
Claude Verte. Ondiepe naad. Dunne schil, aanvankelijk crème-geel met de groene vlekken en bij rijping karmijnrode vlekken.
Dun licht dauw, verder identiek in
eigenschappen, ook wat kwaliteit betreft. De steen laat niet helemaal los.
Licht geel, fijn, wat droog en vlezig, smakelijk vruchtvlees.
Sterke groeier met brede open kroon en dikke
stam met ruwe schors, die eerder en beter draagt dan de RC Verte.
Vraagt een beschutte standplaats.
Rijpt tweede helft augustus.
Dessert. |
Reine Claude de Meroldt |
 |
Vrucht in de 19e eeuw gewonnen
door Dr. Meroldt uit Lischnitz, in Bohemen. Middelgrote
vrucht, rond met een vage naad. Gele schil met groene
vlekjes en met fijn dauw. S Middellange steel staat vrijwel
op de vrucht. Geel, wit geaderd vruchtvlees, stevige, zoet
en sappig, fris maar wat flauw aroma. De steen laat
los.
Half september
Dessert.
|
 |
Reine Claude Descadre |
 |
Geen nadere gegevens
gevonden. Descadre was een vruchtboomkweker uit Chenée in Wallonië in de
19e eeuw, die deze variëteit ontwikkeld zal hebben . |
Reine Claude d'Ecully |
 |
Zaailing gevonden door M. Luizet in
Ecully-sur-Lyon en geintroduceerd in 1866.
Grote breed-ronde en wat scheve vrucht met
duidelijke naad en korte steel in een diepe wijde steelholte. Dunne heldergele schil met een vage
paarsrode blos. Gelig fijn, wat stevig vruchtvlees, zeer sappig, zoet en
met een aangenaam Reine Claude aroma. De steen zit grotendeels los.
Sterke en rijk dragende groeier met lange steile takken, die
regelmatig terug gesnoeid moeten worden. Zelfbestuivend.
Tweede helft augustus.
Dessert. |
 |
Reine Claude d’Oullins syn.
Eggpflaume, Falso Washington, Massot, Oullins Golden Gage, Oullins
Reneklode, Reine Claude Précoce |
 |
Als zaailing in de 19e eeuw gevonden door
door M. Filliand te Coligny (F) en is vermoedelijk
een zaailing van Reine Claude Verte. Werd te Oullins bij Lyon in
1860 door de boomkweker kweker Massot père geïntroduceerd .Een van onze beste dessertpruimen. Soms ten
onrechte Washington genoemd.
Grote vrucht, rond, van groen tot
kanariegeel en goudgeel met enkele rode stippenen een vage roze blos.
Tere schil, waardoor de vruchten gevoelig zijn voor barsten en
beschadigingen.
Geelgroen vruchtvlees, wat grof en droog,
matig zoet en aromatisch. Zacht bij volledige rijpheid. In natte sombere
zomers is de pruim waterig en de smaak flauw. De vruchten scheuren
gemakkelijk. Smaak uitstekend indien niet te vroeg geplukt wordt. De
steen zit iets vast.
Zeer sterke groeier, met lange en zware
opgaande takken. Stelt weinig eisen aan de grond, maar heeft voorkeur
voor een warme standplaats. Vormt op den duur een brede kroon met
hangende takken. Heeft de neiging tot kaal worden. Productie tamelijk
laat, maar goed en regelmatig. Bloei middentijds, stuifmeel goed. Weinig
vatbaar voor loodglans, matig vatbaar voor bacteriekanker. Gevoelig voor
monilia en wespenvraat. Tussenplukken is nodig. Barst vrij gemakkelijk.
Zelfbestuiver.
Midden augustus. |
 |
Reine Claude de Coulon |
 |
In 1858 geïntroduceerd door Leonard Coulon
te Luik. Mogelijk een kruising van de Reine Claude d'Orée en een onbekende
pruim, omdat het aroma weinig Reine Claude-achtig is. Middelgrote ronde vrucht met ondiepe naad.
Dunne middellange steel staat in een kleine holte. Groen tot groengeel met vage rode
blos en vlakjes aan de zonzijde, wat grijsgele vlekjes, vooral in en om de rode
vlekjes en dik licht dauw. Groengeel stevig vruchtvlees, zoet en
aromatisch. De steen laat grotendeel los bij rijpheid, aan een van
de zijden kan hij iets vast blijven zitten.
Sterk groeiende en rijk dragende boom.
Half september en enkele weken te bewaren. |
Reine Claude Petite syn
Reine Claude Blanche |
 |
Kleinere uitvoering van de Reine Claude
Verte. Aan de boven- en onderzijde iets afgeplat. Duidelijke naad, dieper
en breder dan bij de R.C. Verte. De
dunne steel staat in een nogal diepe smalle holte. Kleine ronde vrucht, iets afgeplat bij
de steel. Taaie schil, eerst bleek groenblauw later geel met zachte rode
blos en rode stipjes en dik licht dauw. Minder van kwaliteit dan de Reine Claude verte.
Lichtgeel stevig vruchtvlees, wat droog en grof, minder van kwaliteit en
wat zuurder.
De steen laat los.
Goed groeiende boom, die veel rijker draagt
dan de Reine Claude Verte.
Tweede helft augustus, vlak voor de Reine
Claude Verte.
Desondanks een goede dessertpruim |
Reine Claude Verte Dauphine syn.
Grosse Gruene Reine Claude |
 |
Wordt in veel literatuur als synoniem voor
de Reine Claude Verte gezien.
In Duitsland onder de naam Grosse Gruene
Reine Claude als onderstam gebruikt. Iets groter dan de R.C. Verte, vraagt een
warmer klimaat. Heeft verder dezelfde eigenschappen. Tamelijk grote ronde
en wat scheve vrucht, groen tot
geelgroen met wat bruine vlekjes, vooral aan het eind van de
diepe naad, en soms een vage paarsrode blos.
Sterk bedauwd. De steen zit vast. Groen vruchtvlees, zeer
sappig, zuur en aromatisch. Matige grote sterke groeier met
rechte takken die een dichte kroon vormt. Korte twijgen kunnen wat gedoornd zijn. Rijptijd eind
augustus, begin september.
Slechts geschikt als keukenpruim. |
 |
Reine Claude van Zweijkhuisen |
|
Rond 1880 in het Zuid-Limburgse dorpje
Zweyckhuisen gewonnen door door P.J. Boyens.
De vruchten zijn identiek aan die van de
Reine Claude Verte, maar groter. De smaak is voortreffelijk. Hoge en
vroege opbrengst,. Vitaal en wortelecht. Jonge bomen hebben soms
doornvorming. |
Gele en meer
gebloste Reine Claudes
Bryanston gage |
 |
Rond 1800 gevonden in Lord Portman's gardens
in Bryanston Park, bij Blandford, Dorset UK., vermeld in 831.
Verondersteld wordt dat het een toevalszaailing is van de Reine Claude
Verte en Coe’s Golden Drop.
Grotendeels identiek aan de Reine Claude
Verte, maar veel groter, wat kleuriger en twee weken later rijp: eind
augustus. Middelgrote rond-ovale vrucht, aan beide zijden wat afgeplat.
Ondiepe naad en stevige steel. Groengeel tot dof bleek geel met wat rode en chocoladebruine vlekjes
en licht bedauwd.
Groengeel, wat grof, stevig, sappig, zeer zoet en aromatisch vruchtvlees met een
heerlijk Reine Claude aroma. De steen zit gedeeltelijk vast.
Middelgrote, sterke groeiende, gezonde boom
met brede dichte kroon, die echter matig draagt, maar beter dan veel
andere Reine Claudes
Tweede helft september.
Dessert. |
Cambridge Gage |
 |
Waarschijnlijk een zaailing van de Reine
Claude, geïntroduceerd in 1927 Chivers & Son, Histon, te Cambridgeshire.
Kleine tot middelgrote ronde vrucht met
duidelijke naad. Geelgroen tot bij rijpheid geel met rozerode blos en
wit bedauwd. Stevig, zeer sappig, honingzoet met uitstekend Reine Claude
aroma.
Compacte middelgrote boom, die onder goede
omstandigheden (warme standplaats, niet te nat en voldoende kalk in de
grond) goed maar niet overvloedig draagt, beter dan de meeste Reine
Claude verte types. Gedeeltelijk zelf bestuivend.
De kleine steen zit los.
Eind augustus, begin september. Dessert en
keuken. |
Glorie van Ouddorp |
|
Rond 1900 als
toevalszaailing gevonden door Jan Meijer, Oosterweg 78 te Ouddorp Z.-H).
In 1954 geïntroduceerd.
Middelgrote vrucht,
iets kleiner dan de Reine Claude d’Oullins, waar ze veel op lijkt.
Groengeel met een helderrode tot paarsrode blos. Sappig en tamelijk
zoet, soms wat melig. Steen zit iets vast.
Middelgrote boom,
matig sterke groeier, draagt matig vroeg en is productief Wortelecht en
vrij van loodglans
Half augustus, de
rijpheid ligt tussen R.C. d’Oullins en Victoria
Dessert. |
Lawrence Gage
syn Lawrence Favorite |
 |
Oude Amerikaanse pruim, verkregen uit een pit van de
Reine Claude Verte door Mr. L.U. Lawrence uit Huson N.Y.
Wat groter dan de Reine Claude Verte, dof groen geel met
donkere schaduw strepen aan de schaduw kant en wat dof bruin rood aan de
zonzijde. De bovenste helft van de vrucht een netvormige beroesting en
wat rode stippen. Blauw-groenig wit bedauwd. Groenig, smeltend en sappig
vruchtvlees die de kwaliteit van de Reine Claude Verte benaderd. De
steen laat los als de vrucht rijp is.
Vanaf half augustus tot in september.
De boom draagt al vroeg.
|
Reine Claude Crottée
syn. Groene Reine Claude |
 |
Reine Claude Verte type. Kleine tot middelgrote Reine Claude.
Vrijwel rond. Geelgroen en bij
de steel wat rode vlekjes en rood geblosd. Tere schil. Vaak wat barstjes bij de
steelholte. Groengeel matig sappig vruchtvlees, zeer zoet met een fijn
aroma. De steen laat goed los. Gemakkelijk op eigen wortel te
telen.
Middelsterke groeier, met bolronde dichte
kroon, die onregelmatig
draagt. Vraagt goede grond. Gezond, maar gevoelig voor barsten.
Zelfsteriel.
Half augustus.
Dessert en fijnere inmaak. |
Reine Claude Dorée syn. Reine Claude Abricotée |
 |
Reine Claude Verte type. Ronde vrucht, meer breed dan hoog met vlakke
naad. De korte stevige steel staat in een holte. Verkleurt van groen
naar goudgeel met rode stippen en vlekjes aan de zonzijde.
Geelgroen, fijn, stevig vruchtvlees, zeer
zoet met heerlijk aroma.
De steen laat los.
Sterk groeiende en zeer rijk maar
onregelmatig dragend. Zeer productief zijn de clonen 1119,.1330 en 1380.
Dunningssnoei is nodig. Ziektegevoelig.
Eind augustus.
Dessert. |
Doorschijnende
Reine Claudes
Early Transparent syn.
Early
Transparent Gage, Reine Claude Hative, Vroege Reine Claude |
 |
Gewonnen in 1866 door Thomas Rivers te
Sawbridgeworth, Herefordshire, waarschijnlijk als zaailing van de Reine
Claude Verte.
Tamelijk kleine hoogronde vrucht,
omgekeerd eivormig,
afgeplat aan beide zijden. De steel staat wat scheef in een kleine
holte. De naad is bijna vlak en
drukt de vrucht naar den steel een weinig plat;
Citroengeel met roze blos aan de zonzijde en rode vlekjes. Steen zit
los. Groengelig vruchtvlees, aan
de zonzijde met wat rood onder de huid, matig vast, saprijk, zoet, zeer
geurig, Sappig zeer goed met uitstekend Reine
Claude aroma.
Zwak tot matig groeiende compacte boom.
Gezond. Zelfbestuivend. Moet flink gedund worden anders zijn de vruchten
te klein. Vruchten barsten snel bij regen en zijn gevoelig voor monilia.
Eind augustus - begin september.
Dessert en keuken.
|
 |
Laxton Gage |
 |
Begin 20e eeuw geïntroduceerd in
de kwekerij van Laxton Bros.
Middelgrote ronde vrucht. Bleekgeel met
doorschijnende groenige vlekken. Ondiepe naad, soms bijna onzichtbaar.
Dunne licht bedauwde schil . Gelig vast, sappig en zeer aromatisch
vruchtvlees.
De steen is grotendeels los, aan een zijde
iets vastgehecht. De vruchten laten los van de steel bij rijping. Bij
langdurige regen barsten de vruchten gemakkelijk.
Middelsterke groeier die goed draagt.
Gevoelig voor loodglans. Vraagt een warme standplaats.
Zelfbestuivend.
Eind augustus – begin september.
Uitstekende dessertvrucht. |
 |
Reine Claude Diaphane syn.
Reine Claude
Transparente, Transparent Gage |
 |
Oude Franse Variëteit, gewonnen door kweker
M. Lafay uit Parijs in 1845.
Iets groter dan de Reine Claude Verte.
Middelgrote tot grote ronde tot hoogronde vrucht, aan boven- en
onderkant sterk afgeplat, meer breed dan hoog, met een middeldiepe naad,
die bij de steel dieper is. De zeer korte dikke steel
staat in een brede holte. Als de vrucht tegen het licht wordt gehouden,
is de pit zichtbaar, vandaar de naam. Steen zit los. De dunne schil laat
gemakkelijk los en is geelgroen tot geel, haast
doorzichtig, met rode stipjes en vlekjes en met een dunne haast
doorzichtige roze blos. Bedekt met fijn blauwwit dons. Vaak bij de
steelholte kleine barstjes. Groengeel tot diep geel vruchtvlees, vast en
zacht, zeer sappig, middelmatig fijn, zeer zoet vruchtvlees met een
heerlijk en vol honingachtig Reine Claude aroma.
Karakteristieke boom: sterke groeier met
lange stevige takken die een brede ronde en warrige kruin vormen, die onregelmatig en slechts af en toe rijk
draagt. Gezond. Vraagt lichte bodem en zonnige standplaats. De beste
vruchten komen als er een natte voorzomer is en droog warm weer in de
rijpingstijd. Is het klimaat andersom, dan gaat een groot deel van de oogst aan monilia verloren.
Eind augustus – begin september.
Dessert en keuken. |
 |
Gekleurde
Reine Claudes
Eivormige Reine Claude |
 |
Zeer oude Franse soort.
Middelgrote tot grote ei-vormige vrucht met
tamelijk brede naad, die de vrucht wat scheef verdeelt en naar onderen
nauwelijks zichtbaar is. De middellange dunne steel staat wat ingedrukt
op een tepelvormige verhevenheid of is soms bijna vlak geplaatst.
Dikke zure schil, die gemakkelijk van het
vruchtvlees te scheiden is. Licht bruin met paars, hier en daar schemert
er geel doorheen, aan de zonzijde meer blauwpaars met vele grauwgrijze,
door hooggeel omringde stippen en met een dun, witblauw waas.
Geel vruchtvlee brede kroon en draagt
tamelijk rijk.
Tweede helft augustus, begin september.
Dessert en keuken.
NB. De soort werd verdwenen geacht, maar is
door de NPV herontdekt in Hoogkerk Gr. |
Reine Claude d’Althann
syn. Reine Claude Conducta. (België), Reine Claude
Comte d`Althann, Comte d`Althann`s Gage, Graf Althann Reneclode |
 |
Rond
1850 uit een pit van de Reine Claude
Verte rond 1850 gewonnen door Jan Prochazka, tuinman van graaf Michaël Althann te
Swoyschitz, Bohemen. Waarschijnlijk vrij bestoven Reine Claude (Verte of
Dorée).
Middelgrote ronde vrucht met duidelijke naad.
De middellange steel in een kleine holte. Roodpaars, min of meer licht
of donker al naar gelang de rijpingsgraad. Roze-paarse stippels op een geel
gemarmerde
ondergrond langs de schaduwzijde. Sterk bedauwd. Effen, harde schil.
Vruchtvlees goudgeel tot amberkleurig, uitstekende smaak, hard knappend,
sappig, verfrissend en zoet. Steen laat grotendeels los.
Matig tot sterke groeier, met opwaartse
groeiwijze, vaak forse kale takken. De bomen kunnen erg hoog worden. Te
lange en steile takken weg snoeien. Vruchtbaarheid is vroeg, goed,
regelmatig met een matige productie. Kan in de koeling een maand bewaard
worden. Middentijdse bloei, goed stuifmeel. Goede pruim van eerste
kwaliteit., vrucht scheurt gemakkelijk. Vruchten zijn windgevoelig en
kunnen daardoor bruine schilbeschadigingen krijgen. Gevoelig aan
loodglansziekte en bacteriekanker.
Eind augustus - begin september.
Dessert en keuken.
|
 |
Reine Claude d’Althann falso syn. Reine Claude Conducta |
 |
Oude Belgische variëteit. Keukenpruim, die
veel op de Reine Claude d’Althann lijkt.. Rond, Is iets kleineren wat
breder van boven, maar is niet geschikt als dessertpruim. Tamelijk lange
dunne steel staat in een brede holte. Donkerrood met paarse vlekken,
bezaaid met grijze stipjes. De effen dunne, glimmend en zonder dauw,
schil laat gemakkelijk los. De naad is nauwelijks zichtbaar. De steen
ligt los
Gelig, zacht wat droog en zoet vruchtvlees.
Tweede helft augustus. |
 |
Reine Claude de Moissac |
 |
Oude Reine Claude uit Zuidwest Frankrijk
afkomstig, die ook in Californië wordt geteeld. Verschilt weinig van de
Reine Claude Verte, maar is productiever en een week eerder rijp dan
deze. Draagt al snel, maar kent veel z.g. juni val (voortijdig vallen
van de vruchten). . Weinig last van monilia. Sterke en steile groeier.
Zelfbestuiver.
Wordt in de streek van herkomst,
Moissac (Dordone), ook gedestilleerd. |
 |
Reine Claude Islova syn Islava |
|
Herkomst
Balkan of Europees Turkije.
Middelgrote langwerpige blauw-paarse vrucht.
Geel, gemarmerd vruchtvlees. Dessertpruim.
Ook geschikt voor verwerking. Vroeg bloeiend, midden tijds rijp |
Reine Claude Rouge syn. Rode Reine Claude, Reine Nova |
 |
Er komen in de literatuur meerdere rode Reine
Claudes voor: waaronder de Reine Claude Rouge van Mons, gewonnen rond
1850 door mr. Beron te Brussel, en de Reine
Claude Rouge de Prince (Red Gage), een oude Amerikaanse variëteit,
gewonnen in 1970 door William Prince uit Flushing, Long Island (USA).
Deze soort is ook in Europa verspreid. .
De RC van Mons is een zeer grote rond-eivormige rode vrucht met
brede diepe naad en forse steel (zie afbeelding). Rood met enigszins doorschijnende dunne
schil en bedauwd. .Stevige korte steel in een kleine holte. Roder aan de zonzijde.
Geel vruchtvlees, zeer sappig en zoet. Goed groeiende
en zeer productieve boom. De takken breken niet ook als ze vol hangen
met pruimen.
Rijp tweede helft september to in oktober.
De RC Rouge de Prince is een middelgrote
ovale vrucht vrijwel zonder naad, bleekrood met donkerrode blos. Deze
heeft groen fijn vruchtvlees, sappig en zoet en zeer aromatisch. De
kleine steen zit los.
Goed groeiende e boom
September.
Dessert. |
 |
 |
Reine Claude Moros |
 |
Zeer oude Franse variëteit
Kleine ronde vrucht, naar onderen iets spits
toelopend. Ondiepe nauwelijks zichtbare naad. De steel staat in een
minieme holte. Blauwpaars met licht grijs dauw en grijze stipjes. Dik
bedauwd. Effen, dunne, harde schil
Groengelig vruchtvlees met licht gele
weerschijn, zeer sappig en aromatisch. De steen blijft aan een kant iets
vast zitten.
Middelsterke gezonde groeier, die een grote
brede boom vormt. Moet goed gedund worden
Tweede helft augustus.
Uitstekende dessertvrucht. |
Reine Claude van Schouwen |
 |
Rond 1940 gevonden in de boomgaard van C.J.
Vermunt in Zierikzee als takmutant van de Claude d’Oullins. Paars-rode
mutant van de een tak met rode vruchten, die verder qua vorm en smaak
verder identiek waren aan de andere gele vruchten.
Eerste helft augustus.
Dessert. |
 |
Reine Claude Souffriau |
 |
België. Middelgrote ronde vruchten. Donkerblauw,
licht bedauwd en met een groenige gemarmerde ondergrond. De steel staat
vast en tamelijk diep ingeplant; is ongeveer 2 cm lang en heeft een
normale dikte. De steel is vrij klein, zit goed in het midden en laat
gemakkelijk los. De schil is dun en zit vast aan het vruchtvlees. Het
vlees is groengeel, stevig en sappig. De smaak is goed, vrij zoet.
Brede groeier met stevige takken die matig draagt.
Zelfsteriel.
Eerste helft van augustus.
Lijkt veel op de Bleu de Belgique; deze is
iets groter en heeft ongeveer hetzelfde uiterlijk en rijpingstijd. De
R.C. Souffriau is echter veel smakelijker. |
Reine Claude Violette syn.
Purple
Gage, Reine Claude Violette, Violet Gage; Violette Reine Claude,
Violette |
 |
Stamt uit Tourraine (Fr).
Buitengewoon mooie en lekkere Reine Claude.
Tamelijk
kleine tot middelgrote ronde vrucht, iets breder dan hoog, aan boven- en
onderkant wat afgeplat. De ondiepe naad verdeelt de vrucht wat ongelijk.
De schil zit vast aan het vruchtvlees.
Dof
roodpaars tot paars, waar wat groen door heen schijnt aan de zonzijde
blauwpaars met veel gele puntjes en met een licht witblauw dauw bedekt.
Effen, harde, soms wat ruwe schil. De steen laat in warme zomers niet
geheel los. Groengeel
vruchtvlees, stevig maar erg fijn, zeer sappig, smeltend en zeer zoet
met heerlijk Reine Claude aroma. De vrucht kan barsten bij veel
regenval.
Sterk
groeiende, gezonde boom die goed draagt. Nachtvorstgevoelig.
Eerste helft
september.
Dessert en
keuken. |
 |
Zwarte Reine Claude
syn Reine
Claude Noir |
 |
Grote ronde
vrucht, de naad verdeelt de vrucht in ongelijke helften. Rood met blauw
dauw. De steen laat los.
Lichtgeel, sappig smakelijk
vruchtvlees. Wat zuurder dan de Reine Claude Verte.
Begin augustus, iets eerder dan de Reine
Claude Verte. |
Zeer vroege Reine Claudes
Reine Claude de Bavay Hative
syn. Reine Claude Hâtive, Vroege Reine Claude |
 |
Dessertpruim. De Vroege Reine Claude is een
selectie van de Reine Claude Verte, die wel de edelste der
pruimen genoemd wordt. Vermoedelijk uit Armenië. 16e eeuwse en
misschien nog ouder, er zijn aanwijzingen dat ze uit de
Karolingische of zelfs uit de Romeinsetijd stamt. Genoemd naar
Koningin Claude, de gemalin van François 1 van Frankrijk.
Tamelijk klein en rond van vorm. Ronde, groene tot gele
vruchten, met spikkeltjes. Matig sappig, maar heerlijk zoet en
aromatisch. De steen laat gemakkelijk los. Vruchten blijven
klein in de grasboomgaard, aanbevolen wordt de boom diep te
planten zodat de entplaats onder de grond komt. Laat en vaak
matig vruchtbaar. Sterke groeier. Weinig last van ziekten, over
het algemeen een gezonde boom. Kans op pruimenmotje.
Rijptijd: eerste helft augustus. |
Reine Claude de Juillet
syn. Early Green Gage, Frühe Reneklode, Reine Claude Hative, Reine
Claude Imperial, |
 |
Oude Franse soort afkomstig uit Normandie.
Middelgrote ronde vrucht, wat scheef en
afgeplat, met korte steel in ondiepe holte. Duidelijke naad. Vaak iets
gebarsten bij de steel. Groen tot bleekgroen met gele doorschijn, wat
bruine stippen en vlekken en een vage licht rode blos. De stevige wat
ruwe en licht bedauwde schil heeft een zure smaak. Fijn en voldoende
stevig vruchtvlees gesuikerd, groen met wat roze, zeer sappig en
aromatisch. De smaak kan wat teleurstellen. De steen
laat los. Middelsterke groeiende gezonde boom, die overvloedig en
regelmatig draagt. Gevoelig voor loodglans.
Eind juli, begin augustus.
Dessert. |
 |
Late Reine Claudes
Reine Claude de Bavay syn.
Monstrueuse de Bavay, Reine Claude Monot, Reine Claude Bavay Monstreux,
Late Reine Claude |
 |
Gewonnen in 1832 door majoor d’Esperen en vernoemd
naar Mr. Bavay, directeur van een tuinbouwcentrum te Vilvoorde.
Middelgrote tot grote ronde vrucht, van
boven wat breder, met duidelijke, brede en ondiepe, wat donkerder
gekleurde naad. Tikkeltje scheef en aan de boven- en onderzijde iets
afgeplat. Geelgroen tot bleek strogeel en bedauwd, met witte puntjes en
roesvlekjes. Vaak wat goudgele en rode vlekjes aan de zonzijde en soms
een vage rode blos. Korte stevige bedonsde steel staat in een brede
diepe holte. De steen zit los.
Dikke harde schil. Diep geel tot oranjegeel
en groengeel vruchtvlees, tikkeltje stevig en wat grof, zoet en sappig
met lekker fris Reine Claude aroma. Minder aromatisch dan de Reine
Claude Verte. Verdraagt beter een koel klimaat dan
de Reine Claude verte, maar heeft voorkeur voor een warme standplaats en
lichte grond. Neigt naar verkalen van de takken, zodat er af en toe
takken gesnoeid moeten worden. Rijpe vruchten laat los van de steel.
Bij langdurige regen barsten de vruchten. In
koele nazomers wordt de vrucht niet rijp.
De boom groeit sterker dan de Reine Claude
Verte, ook zijn de bladeren groter, ze draagt eerder dan de RC Verte en
daarna goed maar wisselvallig.
Zelfbestuivend.
Tweede helft september tot in oktober. De
pluktijd kan enkele weken duren.
Dessert en keuken |
 |
Reine Claude de Brahy |
 |
Gewonnen voor 1850 door M. Brahay Ekenholm
te Herstal bij Luik.
Zeer grote uitvoering van de Reine Claude
Verte, 6 bij 6 cm.. Zeer grote hoog ronde vrucht met naad die voor de helft duidelijke
zichtbaar is. Geelgroen met groen vlekken, rode
stippen en dik licht dauw. Tamelijk korte stevige steel, die diep
ingeplant staat. Groengeel tot warm geel gekleurd vruchtvlees, zacht, sappig en
smeltend, zeer aromatisch. De steen zit niet helemaal los.
Sterke groeier met stevige soepele takken en
zeer grote bladeren, tot 10 cm. Vraagt warme standplaats.
Rijpt eind september.
Dessert |
Reine Claude Tardive syn. Tardive de Chamboury, Reine Claude Tardive de Chamboury,
Reine Claude de Chamboury |
 |
Gewonnen door M. Latinoisuit Fourqueux (Seine-et-Oise)
in in 1885 geïntroduceerd.
De vorm is Identiek aan de Reine Claude
verte, de vrucht is wat lichter gekleurd
. Het voornaamste verschil is
is dat de ondiepe naad bij de Verte onderaan ophoudt en bij deze variëteit
doorloopt tot halverwege de ander zijde. Van onderen wat ingedeukt.
Korte dikke steel. De groengele
schil heeft wat rode vlekjes aan de zonzijde en is bedekt met een dik
lichtpaars blos. Groengeel tot geel vruchtblees met
heerlijke Reine Claude smaak. De steen laat los. Zelfbestuiver.
Sterke groeier met stevige jonge korte
loten.
Eind september – begin oktober.
Dessert. |
 |