Ronde geelwitte, gele en groene pruimen
Doyenne syn. Donjummer, Dubbele Boerenwitte (in Zeeland) |
|
|
Zeer oude waarschijnlijk Nederlandse vrucht. Lijkt veel op de Dubbele Boerenwitte maar is wat langer, groter, groener en wat minder van kwaliteit. Ronde middelgrote vrucht. Geelwit, doorschijnend, waterig week vruchtvlees en met bleek groene aderen. Wit bedauwd. Geel zacht en waterig vruchtvlees, sappig. Zeer goede smaak. De steen laat niet goed los. Vaak gommen vruchten. De steen laat niet helemaal los. Goed groeiende gezonde boom, die weinig draagt. Wordt niet steil en het ruige blad is langwerpiger en groter dan dat van de Dubbele Boerenwitte en wat meer ingesneden. Tweede helft augustus. Dessert. Van de Doyenne Blanc (Franse Witte, Witte Donjummer Pruim) heb ik geen gegevens gevonden. Ik ga er van uit dat het een kleurmutant is. |
Else |
|
Gewonnen in de dertiger jaren te Apeldoorn en vernoemd naar de echtgenote van de vermeerderaar. Middelgrote, groengele tot bij rijping gele vrucht. Lijkt veel op en smaakt als de Dubbele Boerenwitte, maar is iets groter. Half augustus. Dessert |
Enkele Boerenwitte syn. Boerengeeltje, Enkele Witte Wijnpruim, Witte Kroosjespruim |
|
Tamelijk kleine tot middelgrote ronde vrucht. Kwam o.a. in het Westland voor. Lijkt veel op de Dubbele Boerenwitte, maar is iets geler en heeft rode stipjes. Sappig, zeer smakelijk vruchtvlees. Volgens Knoop is ze ook smakelijker dan de Dubbele Boerenwitte. De goed groeiende boom heeft een steile groei en een ruig blad. Draagt goed. Het ras komt wortelecht terug. De opslag werd vroeger als onderstam gebruikt. Begin september. Dessert. |
Imperatrice Blanche syn. Witte Keizerinnepruim |
|
|
Tamelijk kleine tot middelgrote hoogronde pruim, duidelijk wat versmald naar de steel, met als het ware een halsje, en met een ondiepe naad. Licht ingezonken tamelijk lange steel die in een holte staat. Bleek groengele, haast doorzichtige schil, dietwat geler is aan de zonzijde en dik wit bedauwd, zodat de vrucht haast wit lijkt. Stevig fijn en wat droogvruchtvlees, zoet en aromatisch. Steen laat niet niet helemaal los. Rijk dragende boom met lange slappe takken met jonge loten, die haaks op de takken staan. Rijpt zeer laat, oktober, vruchten kunnen lang bewaard worden en tot de winter aan de boom blijven hangen, ze worden dan zeer zoet en aromatisch. Soms wat deegachtig. Eind augustus - begin september Dessert en keukenpruim. Lijkt veel op de St. Catherine, maar is iets eerder rijp. |
![]() |
Imperiale Ottomane syn. Ottomanische Kaiserpflaume, Türkische gelbe Pflaume |
|
Zeer oude soort, waarvan de herkomst onbekend is, waarschijnlijk Zuidoost Europa . Middelgroot, rond met vlakke naad. Dunne rechte steel die in een brede bijna vlakke holte staat. Dikke, taaie, zure schil, die gemakkelijk van het vlees te scheiden is. Fraai geel, bijna goudgeel, zelfs in de schaduw, met kleine, witgroene stipjes en met een dun, witblauw waas. Doorschijnend, bijna goudgeel vruchtvlees, week, smeltend, saprijk, rins-zoet, weinig of niet geurig. Grote sterk groeiende rechte boom, die goed draagt. Bij voorkeur warme standplaats en droge grond, wordt bij ons vaak niet goed rijp, maar voldoet op zandgronden veel beter. Eind augustus tot half september. Dessert, maar beter als keukenpruim. |
Monsieur Jaune syn. Altesse Blanche, Monsieur Prune, Prune de Monsieur Jaune, Transparente de Jaune, Yellow Imperatrice, Vroege Reine Claude (Belgisch Limburg), |
|
Gewonnen als kruising van Prune Monsieur en een Reine Claude, te Ollainville bij Arpajon (F) , en in de handel gebracht door Jaquin AÎné, kweker te Parijs. Tamelijk kleine tot middelgrote ronde pruim, iets ovaal en scheef, naar de steel fraai wat afgeplat, op de zijden nauwelijks merkbaar samengedrukt. De naad is bij de steel tamelijk diep is en is van onder bijna vlak. De ene zijde van de vrucht is bij den steel hoger dan de andere. Lange dunne wat gebogen steel in een kleine, nauwe holte. Goudgeel en geel op groene ondergrond met rode stippen en vlekjes, vooral aan de zonzijde, maar die ook over de hele vrucht verspreid staan. Met een dun, lichtblauw waas overdekt, in de naad sporen van citroengeel; de rode vlekjes verschijnen als de vrucht rijp wordt. Geelgroen vruchtvlees, fijn, matig vast, saprijk, verfrissend en aangenaam zoet. De kleine steen zit volkomen los. De boom groeit matig, vormt een kleine kroon en draagt goed. Zeer gezond. Verdraagt zeer droge en ook kalkrijke grond. Midden tot eind augustus. Dessert. |
Witte Ameliepruim |
|
Vrij grote geelwit. bedauwde pruim. Niet geheel rond met een lange naad, van onderen iets plat en bij de steel iets toelopend. L. Geelwit mals vruchtvlees, sappig en aromatisch. Half augustus. Sterk groeiende boom met grote glimmende bladeren. Tweede helft augustus. |