Bladrollers ( Tortriciden)
De bladrollers ontlenen hun naam aan de eigenschap van de rupsen om een blad met behulp van een spinseldraadje in zijn geheel of gedeeltelijk op te rollen en sommige bladeren aan elkaar te hechten of een blad aan een vrucht
Te spinnen. In dit spinsel is dan gewoonlijk een rupsje aanwezig. Ze beschadigen doorgaans niet alleen de bladeren, maar ook de vruchten en hoewel deze beschadiging slechts oppervlakkig is, is er wel degelijk een schade.
Er kunnen verschillende soorten bladrollers in de aanplant voorkomen.
De belangrijkste zijn:
1 Vruchtbladroller
2 Heggenbladroller
3 Grote appelbladroller
4 Rode Knopbladroller
5 Grauwe Knopbladroller.
De eerste twee zijn het meest bekend en zullen we dan ook wat uitvoeriger
Vruchtbladroller (Adoxophes reticulana Hb)
Deze bladroller is eigenlijk de gevaarlijkste op onze vruchtbomen en kan veel schade veroorzaken.
Leefwijze:
De eerste motjes verschijnen eind mei begin juni; zij leggen de gele eieren in hoopjes , enigszins dakpansgewijs over elkaar en bedekken ze met een spoedig
Hard wordend laagje. Na ongeveer 12 dagen komen de rupsen tevoorschijn; ze verspreiden zich over de bladeren , waarop de eitjes zijn gelegd en er vindt skelet vreterij plaats. Tijdens deze vreterij zitten de kleine rupsjes goed verscholen onder een vuilwit spinseltje , dat tegen de onderzijde van het blad langs de nerven is gesponnen. Dit beeld ziet men vooral in de scheuttoppen..
Naast deze bladbeschadiging worden ook de jonge vruchten aangetast. Bij voorkeur daar waar de vruchten elkaar raken. Wordt op een andere plaats de vrucht aangetast dan is dat meestal te herkennen aan het op de vrucht vast gesponnen blaadje.
Eind juli begin augustus verschijnen de motjes van de 2 e generatie. Deze leggen eitjes en de rupsen die hieruit ontstaan gedragen zich niet elk jaar
Gelijk. Dit is afhankelijk van de weersomstandigheden. In een droge nazomer
Is de schade veel ernstiger dan in een nazomer die nat en koud is. In het laatste geval gaan ze zonder al te veel schade in de winterspinsels.
De schade door de rupsen van de 2 e generatie is in het algemeen minder ernstig en meer oppervlakkig dan van de 1 e generatie en wordt aangeduid als
“snoepvreterij”. Verder is het zo dat voor de winter de rupsjes zich in de buurt
Van een vergaffeling van takken in de boom , zich daar in spinnen in een spinseltje en zodra de knoppen volgend jaar uitlopen (eind maart begin april) worden deze rupsjes weer actief en begeven ze zich naar de groene delen.
Wat op dat moment soms al verwarring kan geven met de rups van de Kleine
Herkenning:
Het volwassen insect is een klein vlindertje , bruin met enkele donkerbruine
Banden over de voorvleugels. De rupsen zijn vuil groen met een lichtbruine kop
En licht bruine poten en is 2 cm groot.. De eitjes kan men aan treffen op de bladeren en vruchten van appel en peer in hoopjes van 30 tot 100 stuks en zijn
Typisch geel van kleur.
De beschadiging is te herkennen aan een onregelmatig skeletteren van het blad en ook van de onregelmatige vreterij aan de schil van de vruchten. Aan dit
Schadebeeld is moeilijk vast te stellen , welke bladroller aan het werk is
Geweest
Bestrijding:
Een winterbespuiting met VBC kan soms uitkomst bieden, maar beter is het
Te zorgen dat er voldoende mezenkastjes aanwezig zijn. Het inzetten van
Pyrethroïden moet afgeraden worden , omdat het biologisch evenwicht en
Juist in deze periode ernstig verstoord kan raken.
Heggenbladroller (Cacoecia rosana L)
De Heggenbladroller is zeer polyfaag (op verschillende planten)
De leefwijze heeft een eenvoudige levenscyclus. De vlinder vliegt vanaf
Half juni tot eind juli. In deze periode worden op de stammen en dikke takken de eieren dakpansgewijs afgezet en met een grauw groene stof afgedekt. Hierdoor worden de eieren zeer goed afgeschermd. De eieren komen het
Volgend voorjaar uit , zo rond de bloei van de vruchtbomen.. Vanaf eind april
Tot in juni vreten aan bladeren, bloemen en vruchten , waarna in een sigaarvormig (z.g. poppewieg)opgerold blad de verpopping plaats vindt. Hieruit verschijnen na 2 à 3 weken de vlinders. De heggenbladroller heeft maar één generatie per jaar.
Herkenning:
In de eerste plaats zijn de eispiegels op de gladde gedeelten van de stam en dikkere takken gemakkelijk te vinden.
Uit deze eispiegels komen tegen de bloei de rupsjes tevoorschijn. In de eispiegels hebben de uitkomende rupsjes halve maanvormige gaatjes
Gemaakt. Deze mogen niet verward worden met ronde gaatjes die soms al eerder in de eispiegels zijn gemaakt door het eiparasietje, Trichogramma.
Het juist daarom dat men in deze periode terughoudend moet zijn
Met het inzetten van pyrethroïden (chemische middelen)
Ook is het zo dat er grote verschillen zijn bij het uitkomen van de eitjes
Van de Heggenbladroller , zo zullen eispiegels aan de zuidzijde van de boom eerder uitkomen dan aan de noordzijde van de boom. De rupsjes begeven zich direct naar de uiterste groeitoppen van de scheuten. In het uiterste topblaadje, dat nog niet ontvouwen is. Ziet men bij een nauwkeurige waarneming een ragfijn spinseltje zitten. Hierin zit het rupsje van de heggenbladroller. Niet lang daarna worden ook de vruchten aangetast. Goed verscholen onder op de vrucht gesponnen blad veroorzaken de rupsen
Grove beschadigingen aan de vruchten . De schade is niet gemakkelijk te onderscheiden van die van de wintervlinder en voorjaars uil. Van de vruchtbladroller echter is de schade veel oppervlakkiger en treden er ook geen vergroeiingen op hetgeen bij de heggenbladroller wel het geval is.
Bestrijding:
Een VBC bespuiting in de winter geeft vaak een teleurstellend resultaat.
Even als bij de vruchtbladroller kan aanbrengen van mezenkastjes en oorwurmzakken zinvol zijn.
Verder kan men , wanneer de aanplant niet te groot is en men ziet begin Juni
Die sigaarvormig opgerolde bladeren (z.g.poppewieg) deze weg te nemen.
Hiermee wordt een volgende generatie weg genomen.
Marten Pelleboer